Stofidentificatie

Stofidentificatie is een proces waarmee de identiteit van de stof wordt vastgesteld.

Een nauwkeurige identificatie van een stof is een eerste vereiste voor de meeste procedures aangaande REACH, CLP en biociden. Het maakt met name het efficiënt en correct voorbereiden van gezamenlijke REACH-registraties mogelijk, en zorgt dat de testgegevens geschikt zijn voor de stof die in het kader van REACH wordt geregistreerd. Dit leidt tot een solide gevaren- en risicobeoordeling voor de geregistreerde stof.

Door een juiste stofidentificatie is het ook mogelijk om:

  • informatie gezamenlijk te gebruiken om onnodige dierproeven en kosten te voorkomen;
  • testgegevens gezamenlijk te laten gebruiken door meerdere bedrijven en read-across binnen een groep van stoffen toe te passen;
  • te beoordelen of een stof is opgenomen in de autorisatielijst of de lijst van beperkingen, dan wel of een stof een geharmoniseerde indeling en etikettering heeft.

Normaliter kan de identiteit van een stof worden beschreven door:

  • een chemische naam, bijvoorbeeld benzeen;
  • een nummer, bijvoorbeeld het EG-nummer 200-753-7; en
  • een chemische samenstelling, bijvoorbeeld >99% benzeen en <1% tolueen.  De samenstelling wordt vastgesteld aan de hand van chemische analyse.  

Regelgevingsprocedures waarin stofidentificatie een sleutelrol speelt, zijn:

 

Inwinnen van informatie krachtens REACH

Bedrijven die van plan zijn een niet-geleidelijk geïntegreerde stof of een geleidelijk geïntegreerde stof die zij niet gepreregistreerd hebben te registreren, zijn verplicht bij ECHA na te vragen of er al een registratie voor die stof is ingediend.

De nauwkeurige identificatie van een stof is bij het inwinnen van informatie belangrijk om te zorgen dat de bedrijven die dezelfde stof willen registreren of reeds hebben geregistreerd op de juiste wijze met elkaar in contact worden gebracht. Dit maakt dat de gegevens op gepaste wijze worden gedeeld. 

 

REACH-registratie

Registratie is gebaseerd op het beginsel ‘één stof, één registratie’. Dat betekent dat fabrikanten en importeurs van dezelfde stof verplicht zijn hun registratie gezamenlijk in te dienen.

De nauwkeurige identificatie van een stof is in het registratieproces belangrijk om te zorgen dat registranten van dezelfde stof tot dezelfde gezamenlijke registratie behoren. Hiermee wordt ook de reikwijdte van de gezamenlijke registratie vastgesteld want het vergemakkelijkt de ontwikkeling van het stofidentiteitsprofiel (SIP) en de rapportage van de grenssamenstelling.

 

PPORD-vrijstelling

Stoffen die bestemd zijn om te worden gebruikt voor onderzoek en ontwikkeling gericht op producten en procedés (PPORD) kunnen voor een periode van vijf jaar worden vrijgesteld van de registratieplicht. Bedrijven die van deze vrijstelling willen profiteren, moeten een PPORD-kennisgeving indienen bij ECHA.

De nauwkeurige identificatie van een stof is in de procedure van PPORD-vrijstelling belangrijk om bijvoorbeeld te begrijpen wat er beoogd wordt onder de vrijstelling te laten vallen.

 

Beoordeling krachtens REACH

ECHA en de lidstaten beoordelen de door bedrijven ingediende informatie om de kwaliteit van de registratiedossiers en testvoorstellen te onderzoeken. De beoordeling is daarnaast bedoeld om na te gaan of een bepaalde stof een risico voor de gezondheid van de mens of voor het milieu met zich meebrengt.

De nauwkeurige identificatie van een stof is in de beoordelingsprocedures belangrijk omdat ECHA en de lidstaten hierdoor kunnen vaststellen dat elke registratie slechts één stof behandelt en dat de testgegevens geschikt zijn voor die stof. Het stofidentiteitsprofiel (SIP) en de rapportage van de grenssamenstelling (limieten) maken de relevantie van de testgegevens transparant.

 

Risicobeheer krachtens REACH en CLP

Bedrijven moeten beoordelen of hun stof is opgenomen in de autorisatielijst of de lijst van beperkingen, dan wel of een stof een geharmoniseerde indeling en etikettering heeft. Dit kan alleen nauwkeurig gebeuren als de stof correct geïdentificeerd is.

 

Biociden

De biocidenverordening (BPR) heeft betrekking op het in de handel brengen en gebruiken van biociden die mensen, dieren, materialen of voorwerpen moeten beschermen tegen schadelijke organismen, zoals ongedierte of bacteriën, door de werking van de werkzame stoffen in de biocide.

De nauwkeurige identificatie van een biocidestof zorgt ervoor dat de testgegevens geschikt zijn voor de stof en dat ze op juiste wijze gezamenlijk worden gebruikt. Dit leidt tot een solide gevaren- en risicobeoordeling voor de biocidestof.