Enige vertegenwoordiger

Bedrijven die buiten de EER zijn gevestigd, kunnen een in Europa gevestigde enige vertegenwoordiger aanwijzen die de taken en verantwoordelijkheden van importeurs voor het voldoen aan REACH overneemt. Dit kan de toegang tot de EER-markt voor hun producten vereenvoudigen, de levering veiligstellen en de verantwoordelijkheden van importeurs reduceren.

Enige vertegenwoordigers moeten:

  • een natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn die fysiek in de EER is gevestigd; 
  • voldoende kennis hebben van de praktische hantering van de stoffen en van de informatie over de stoffen;
  • met wederzijdse instemming worden aangewezen door een fabrikant, een formuleerder of een producent van een voorwerp, die buiten de EER is gevestigd;
  • de verantwoordelijkheid nemen voor het naleven van de wettelijke vereisten van importeurs in het kader van REACH.

Enige vertegenwoordigers kunnen meerdere niet-EER-leveranciers vertegenwoordigen, maar moeten de informatie over elke leverancier gescheiden houden.

Het niet-EER-bedrijf moet de importeur(s) binnen dezelfde toeleveringsketen op de hoogte brengen van uw aanwijzing als enige vertegenwoordiger. Deze importeurs worden vervolgens voor REACH beschouwd als downstreamgebruikers.

U bent geen enige vertegenwoordiger als:

  • uw niet-EER-leverancier een distributeur is;
  • uw enige rol erin bestaat te fungeren als vertegenwoordiger van een derde partij in het REACH-proces van het delen van gegevens.

Wat moet ik doen?

U hebt de registratieverplichtingen van een importeur en dient te voldoen aan aanvullende vereisten die specifiek zijn voor uw rol als enige vertegenwoordiger.

 

Een registratie voorbereiden en uitvoeren

U moet de stof registreren bij ECHA. Denk aan de basisregel: geen gegevens, geen markt.

U moet informatie verstrekken over de eigenschappen en gevaren van de stof, inclusief hoe deze veilig kan worden gebruikt. Hoeveel informatie vereist is, hangt af van de geïmporteerde hoeveelheid en van de gevaren die de stof meebrengt. Hoe kleiner de hoeveelheid en hoe minder gevaarlijk de stof is, des te minder informatie u hoeft te geven.

U moet nagaan of de stof gepreregistreerd is. Zo niet, en komt de stof in aanmerking voor late preregistratie, dan moet u de stof uiterlijk 31 mei 2018 registreren. Is dit niet het geval, dan moet u de stof registreren voordat deze op de EER-markt kan worden aangeboden.

Registratie wordt uitgevoerd samen met fabrikanten en EER-importeurs van dezelfde stof. Hiervoor moeten ook de gegevens met hen worden gedeeld die nodig zijn voor de registratie.

Wat het niet-EER-bedrijf en u moeten doen, wordt uitgelegd in het "Richtsnoer voor registratie" en op de webpagina's voor niet-EU-fabrikanten.

De specifieke vereisten voor u naast die voor importeurs zijn bedoeld om:

  • de informatie te verstrekken aan importeurs (nu downstreamgebruikers) zodat zij veiligheidsinformatiebladen kunnen samenstellen en een register kunnen bijhouden over de verstrekking van de laatste updates van veiligheidsinformatiebladen gedurende uw verdere activiteiten;
  • een overzicht op te stellen en bij te houden van importeurs en van de hoeveelheid die door elk van hen wordt geïmporteerd, en dit overzicht op aanvraag te verstrekken aan de handhavingsautoriteiten.

 

Actie ondernemen voor zeer zorgwekkende stoffen

Als een stof is aangemerkt als zeer zorgwekkend en is opgenomen in de kandidatenlijst voor REACH-autorisatie, leidt dit tot aanvullende verplichtingen voor de EER-importeurs en voor u.

  • Voor een stof die als dusdanig of in een mengsel wordt geïmporteerd, is een update van het bestaande veiligheidsinformatieblad vereist. Als enige vertegenwoordiger (ongeacht of u de feitelijke leverancier bent of niet) hebt u de plicht de verstrekking van het bijgewerkte veiligheidsinformatieblad in een register op te nemen.
  • Bij een stof in een geïmporteerd voorwerp hebt u onder bepaalde omstandigheden de verplichting ECHA binnen zes maanden na de invoer in kennis te stellen.

 

Uw rol in de autorisatie uitleggen

Wanneer u een niet-EER-bedrijf vertegenwoordigt en een van hun stoffen op de lijst van autorisatieplichtige stoffen staat, moet u het bedrijf informeren over de gevolgen voor hun product.

Als er geen algemene of specifieke vrijstellingen zijn van de REACH-autorisatieprocedure, moet het niet-EER-bedrijf beslissen of het met de uitvoer van de stof naar de EER-markt stopt dan wel autorisatie aanvraagt. Als het niet-EER-bedrijf besluit om autorisatie aan te vragen, kunt u worden aangewezen om namens het bedrijf op te treden.

 

In acht nemen van beperkingen

Als de door een stof veroorzaakte risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu niet kunnen worden beheerst, kan de stof in de EER aan beperkingen worden onderworpen.

Dit kan het volgende inhouden:

  • een volledig verbod,
  • een beperking van het op de markt brengen en van specifieke vormen van gebruik, of
  • een beperking van de concentratie van de stof in mengsels of in voorwerpen.

Voorbeelden zijn het verbod op asbest, beperkingen op de verkoop en het gebruik van lood in sieraden en een limiet op de concentratie van zeswaardig chroom in leren producten.

U dient het niet-EER-bedrijf te informeren over nieuwe beperkingen en over de gevolgen hiervan voor zijn product. Het is ook uw plicht (ongeacht of u de feitelijke leverancier bent of niet) de verstrekking van het bijgewerkte veiligheidsinformatieblad inclusief informatie over de nieuwe beperking op te nemen in een register.