Werken met groepen

Om sneller vast te kunnen stellen voor welke stoffen regelgevingsmaatregelen nodig zijn, kunnen de autoriteiten besluiten groepen structureel verwante stoffen aan te pakken in plaats van afzonderlijke stoffen. Deze groepering:

  • zorgt voor consistentie en verbetert de samenhang bij de uitvoering van regelgevingswerkzaamheden;
  • zorgt ervoor dat stoffen waarvoor regelgevingsmaatregelen nodig zijn, en stoffen waarvoor dat op dit moment niet geldt, sneller kunnen worden geïdentificeerd;
  • draagt bij tot een geïnformeerde vervanging door de industrie. Stoffen die alleen voor gebruik als tussenproduct zijn geregistreerd, of stoffen die momenteel niet zijn geregistreerd, maar die mogelijk kunnen worden gebruikt als vervanging voor bekende zorgwekkende stoffen, worden ook in een vroeg stadium in kaart gebracht.

Groepering van structureel verwante stoffen

De groepen stoffen worden hoofdzakelijk ingedeeld op basis van:

  • structurele gelijkenis, waarbij gebruik wordt gemaakt van de informatie over de identiteit van de stof in registratiedossiers en C&L-kennisgevingen; en
  • read-across- en categorie-informatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van informatie die door de industrie is ingediend in het kader van registratiedossiers en informatie van externe bronnen.

Structureel vergelijkbare stoffen worden geselecteerd uit alle geregistreerde stoffen (het universum van chemische stoffen). Bepaalde stoffen worden vooraf geselecteerd om als “zaden” te fungeren. De IT-hulpmiddelen van ECHA worden vervolgens gebruikt om andere stoffen te vinden die structureel vergelijkbaar zijn met deze zaden.

Dit biedt een uitgangspunt voor het groeperen van stoffen waarvoor uiteindelijk regelgevingsmaatregelen nodig kunnen zijn.

Deze werkzaamheden verschillen van de groepering zoals gedefinieerd in punt 1.5 van bijlage XI bij REACH en de gebruikte methoden leveren derhalve geen gevalideerde read-across- en categorie-informatie op. Deze werkzaamheden vormen het uitgangspunt voor de groepering van stoffen waarvoor uiteindelijk regelgevingsmaatregelen nodig kunnen zijn.

Groepering en het universum van chemische stoffen

De groepering is bedoeld om de werkzaamheden van de autoriteiten voor het behandelen van alle geregistreerde stoffen in het universum van chemische stoffen te versnellen.

ECHA, de lidstaten en de Europese Commissie hebben een aanpak ontwikkeld voor de beoordeling van de groepen. Bovendien wordt deze aanpak waar nodig aangevuld met groepsspecifieke werkzaamheden. Voorbeelden van dergelijke groepen stoffen waarvoor meer werk nodig is, zijn productieresiduen, slakken en soorten as. Voor sommige groepen is ook een samenwerking met de industriesectoren opgezet. Voorbeelden zijn de werkgroep Aardolie- en steenkoolgerelateerde stoffen (PetCo), de sectoriële aanpak voor metalen en anorganische stoffen (MISA) en de samenwerking met CEFIC met betrekking tot dossierconformiteit.

Zodra de stoffen in groepen zijn ingedeeld, kunnen stoffen die tot de groepen behoren, worden beoordeeld. Na aanleiding van die beoordeling worden stoffen toegewezen aan geschikte pools binnen het universum van chemische stoffen en wordt daarna bepaald welke REACH-processen en CLP-processen op de stoffen van toepassing zijn.

Beoordeling van de groepen en vaststelling van verdere regelgevingsmaatregelen

Het screenen van geregistreerde stoffen begon na de eerste registratietermijn in 2010. Daarbij lag de nadruk op stoffen waarvoor genoeg gevareninformatie beschikbaar was, zodat kon worden besloten of regelgevingsmaatregelen nodig waren en de eventueel vereiste maatregelen konden worden ingevoerd. Met deze systematische screeningswerkzaamheden is in de loop der tijd een overgrote meerderheid van de stoffen in kaart gebracht waarvoor meteen over kon worden gegaan tot regelgevend risicobeheer. De meeste stoffen die nog resteren zijn de stoffen waarvoor meer gevareninformatie moet worden verkregen. Door de stoffen in groepen te beoordelen in plaats van afzonderlijk, kunnen dergelijke gevallen, en met name nalevingscontroles, sneller worden afgehandeld.

Voor elke groep stoffen gaan de autoriteiten na of er behoefte is aan regelgevingsactiviteiten voor risicobeheer voor de hele groep, voor een subgroep of voor afzonderlijke stoffen binnen de groep. Het uitgangspunt voor de vorming van een groep is structurele gelijkenis, maar in sommige gevallen kunnen aanvullende overwegingen (naast de structurele gelijkenis) nodig zijn, zoals het groeperen op basis van een vergelijkbare technische functie of gebruik (bijvoorbeeld vlamvertragers) of op basis van een specifiek bestanddeel dat aanleiding geeft tot bezorgdheid.

De vroegtijdige beoordeling en vaststelling van mogelijke behoeften aan verdere regelgeving voor risicobeheer, ook wanneer nadere gevareninformatie moet worden verkregen voordat het gevaar voldoende kan worden verduidelijkt, heeft tot doel de autoriteiten te helpen sneller werk te maken van procedures voor bijvoorbeeld geharmoniseerde indeling en etikettering, identificatie als zeer zorgwekkende stof (SVHC’s) of beperkingen.