Wie is verantwoordelijk voor chemische veiligheid?

Duizenden zowel van nature voorkomende als kunstmatige chemische stoffen worden in alledaagse producten verwerkt om de kwaliteit van ons leven te verbeteren. Er is echter niet altijd uitgebreide informatie beschikbaar over de gevolgen van deze chemische stoffen voor onze gezondheid en het milieu. De lidstaten van de Europese Unie hebben in 2006 overeenstemming bereikt over een nieuwe wet inzake chemische stoffen, de REACH-verordening (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals). Een van de doelen was om informatie te genereren over alle chemische stoffen die in de EU worden gebruikt, zodat ze veilig kunnen worden gebruikt en de gevaarlijkste stoffen geleidelijk geëlimineerd kunnen worden.

Het doel: veilig gebruik van chemische stoffen

Als chemische stoffen met gevaarlijke eigenschappen niet afdoende worden beheerst, kunnen ze teruggevonden worden op plaatsen waar ze niet horen: in het menselijk lichaam, in planten, in dieren, in het water en in de bodem. Om dit probleem aan te pakken, schrijft REACH voor dat bedrijven hun kennis over de chemische stoffen die zij produceren moeten verdiepen en deze informatie moeten doorgeven aan hun klanten. Dit zorgt ervoor dat we chemische stoffen en de daarbij behorende gevaren beter leren begrijpen en ons er bewuster van worden.

Ten behoeve van een veilig gebruik van chemische stoffen hebben vele actoren een gedeelde verantwoordelijkheid.

 

Verantwoordelijkheid van de industrie

De industrie is verantwoordelijk voor het beheren van de aan chemische stoffen gerelateerde risico's en voor het verstrekken van informatie over de veiligheid van deze stoffen. Fabrikanten en importeurs moeten uit hoofde van REACH informatie over de eigenschappen van hun chemische stoffen verzamelen en doorgeven, zodat gebruikers ze veilig kunnen gebruiken. Ook moet de industrie beschermende maatregelen treffen, en beperkingen en specifieke autorisaties naleven.

De verordening betreffende indeling, etikettering en verpakking (Classification, Labelling and Packaging - CLP) schrijft voor dat de gevaren van chemische stoffen duidelijk kenbaar moeten worden gemaakt aan werknemers en consumenten in de EU. De industrie moet alle gevaarlijke eigenschappen van hun chemische stoffen (stoffen of mengsels) identificeren die schade kunnen toebrengen aan de mens of het milieu. Ze moeten deze eigenschappen overeenkomstig de vastgestelde gevaren indelen. Gevaarlijke chemische stoffen moeten een adequaat etiket krijgen, zodat gebruikers, zowel werknemers als consumenten, goed begrijpen wat de gevolgen van de stoffen zijn en weldoordachte keuzes kunnen maken met betrekking tot de producten die ze kopen en gebruiken.

De biocidenverordening (Biocidal Products Regulation - BPR) schrijft voor dat leveranciers van werkzame biociden informatie over de stof moeten verstrekken. Voor alle biociden is goedkeuring door ECHA of een nationale autoriteit vereist voordat ze op de markt mogen worden gebracht. De werkzame stoffen in die biocide moeten eerder zijn goedgekeurd.

De rol van ECHA

ECHA fungeert als een centraal punt voor het beheer van de door de industrie verstrekte informatie. Het agentschap publiceert op zijn website informatie over de chemische stoffen die tot nu toe uit hoofde van REACH zijn geregisteerd, evenals over de indeling, etikketering en verpakking van deze stoffen. Op de website van ECHA wordt ook informatie over biociden gegeven.

Naast het beheren van de openbare databank beoordeelt ECHA ook de informatie die de industrie verstrekt over de geproduceerde chemische stoffen en coördineert het agentschap de werkzaamheden met betrekking tot de goedkeuring en de autorisatie van biociden. Indien de gegevens niet toereikend zijn, kan ECHA om meer informatie verzoeken. Door kennisverdieping en vergroting van de bewustwording kunnen de gevaarlijkste chemische stoffen na verloop van tijd worden geëlimeerd en door veiligere stoffen worden vervangen.

Nationale autoriteiten

De bevoegde autoriteiten in de lidstaten spelen een belangrijke rol in het waarborgen van een veilig gebruik van chemische stoffen. Ze werken nauw samen met ECHA en met de Europese Commissie. De nationale autoriteiten beoordelen geregistreerde stoffen en worden nauw betrokken bij de besluitvorming in het kader van de beoordeling van stoffen door ECHA. De lidstaten kunnen beperkingen voor chemische stoffen voorstellen als de risico's van die stoffen op EU-niveau moeten worden aangepakt. Ook kunnen ze voorstellen dat stoffen worden geïdentificeerd als mogelijk zeer zorgwekkende stoffen. De lidstaten beoordelen eveneens aanvragen inzake biociden.

Het is de verantwoordelijkheid van de nationale handhavingsautoriteiten om ervoor te zorgen dat bedrijven zich aan de wetgeving inzake chemische stoffen houden.

Veiligheid op internationaal niveau

Hoewel de EU de strengste wetgeving inzake chemische stoffen ter wereld heeft, staat zij niet alleen in het streven naar verlaging van de aan chemische stoffen gerelateerde risico's. ECHA werkt mee aan een veilig beheer van chemische stoffen op internationaal niveau op basis van wederwijdse overeenkomsten die in het kader van de Verenigde Naties tot stand zijn gebracht.

Verbanden met andere EU-wetgeving

Het beoordelen van gevaarlijke chemische stoffen uit hoofde van REACH is een van de manieren om deze stoffen te beheersen. REACH zorgt voor een algemene aanpak van het terugdringen van gevaarlijke chemische stoffen die in Europa worden gebruikt. Dit is natuurlijk bevorderlijk voor de verwezenlijking van de ambities van andere EU-wetten.